Jaarlijks bloedonderzoek bij senioren: waarom wel of niet?
Dokter Ted reageert op medische vragen van lezers. Dit keer stuurde Tine het volgende: ‘Dag dokter, Is een jaarlijks bloedonderzoek zinvol voor senioren? Dit om eventuele ziekten vroeg te kunnen opsporen en zo mogelijk te behandelen? Zoals diabetes, hoog-cholesterol of vormen van kanker. Ik vraag dit omdat in onze vriendenkring onlangs een ernstige aandoening aan het licht kwam. De schok is groot.’
Bij uw vraag moet ik onmiddellijk denken aan de inmiddels 75-jarige Britse koning Charles III. Onlangs ging hij naar het ziekenhuis voor een prostaatoperatie. Er bleek sprake van een goedaardige (‘benigne’) prostaatvergroting, een euvel dat bij veel mannen op leeftijd voorkomt.
Toevalsbevinding
Maar bij het preoperatieve onderzoek van Charles was kennelijk ook iets anders gevonden. Naar verluidt “iets zorgwekkenders”. Het kan ook zijn dat hij nog andere klachten heeft gemeld, waarvoor het onderzoek was uitgebreid. Er werd daarna een vorm van kanker ontdekt, meer informatie is er op het moment van schrijven nog niet. Daar schrik je toch van, van zo’n toevalsbevinding, want dát is het. Engeland houdt dan ook de adem in zo kort na het overlijden van de geliefde vorstin, Queen Elizabeth, en het aantreden van haar zoon die zijn hele leven lang klaar was om zijn moeder op te volgen. En nu dit…
Geen algemene screening
Dokters doen het liefst gericht onderzoek naar aanleiding van klachten. Wij zijn in Nederland niet zo vóór algehele (bevolkings)onderzoeken, zoals u in uw vraag oppert, behalve als bewezen is dat zoiets zinvol is. Zoals bijvoorbeeld het onderzoek naar borstkanker en dikkedarmkanker. Ook niet bij senioren. Waarom niet? Het lijkt toch prima om onontdekte ziektegevallen te vinden, waartegen je wellicht nog iets kunt doen? Je bent er dan mogelijk vroeg bij. En ik weet: mensen bij wie een vorm van kanker vroeg is opgespoord, zijn vaak de luidruchtigste pleitbezorgers van algemene screening.
Onrust zaaien
Maar de praktijk is: het is ongericht zoeken, het kan tot verwarring en onnodige ongerustheid leiden bij degene(n) bij wie iets afwijkends van het gemiddelde wordt gevonden. Stel dat je tien bloedonderzoeken uitvoert en één ervan geeft een afwijkend beeld, zodanig dat het bijvoorbeeld kanker zou kunnen zijn, dan zaai je onrust. Een persoon denkt na het aanhoren van een ‘positieve’ uitslag: het zou weleens foute boel kunnen zijn. Hij of zij wordt dan doorgestuurd voor nader onderzoek en dan blijkt er niets aan de hand. Er is dan sprake van een zogeheten fout-positieve uitslag. Het omgekeerde kan ook: een fout-negatieve uitslag, waardoor een aanvankelijke geruststelling ten onrechte blijkt.
Foutmarge
Dat is het vervelende met dit soort (bloed)onderzoek: het geeft geen 100 procent zekerheid of er wel of niet iets aan de hand is. Er blijft een foutmarge die van grote invloed kan zijn op het toekomstbeeld (en daarmee de emoties) van de patiënt. Kortom: ongericht bloedonderzoek is geen goed idee. Bij een bekende aandoening wordt het bloed wel routinematig onderzocht, zoals de hoogte van het cholesterol of de glucose bij diabetes. Maar ‘zomaar’ een paar van de mogelijk wel duizend soorten laboratoriumonderzoek uitvoeren is niet zinvol.
Redactie: René Steenhorst
Dit artikel staat in MAX Magazine nummer 9. Bent u geen abonnee, maar wilt u iedere week genieten van puzzels, weetjes, interviews en programma-informatie? U kunt hier abonnee worden.
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren