CHOLESTEROL, het wordt eenvoudiger
Geachte dokter Ted,
Ik begrijp uit de krant dat er in de wetenschappelijke wereld weer eens wordt gediscussieerd over het ‘goede en slechte’ cholesterol. Over wat daarvan nu wel waar en niet waar is. Het leidt iedere keer tot verwarring bij mensen met cholesterolproblemen en de kans op een hartziekte. Zoals ik. Kunt u wellicht wat orde scheppen in de onzekerheid? Erwin van Solingen (57)
De medische wetenschap is altíjd in beweging, doet stappen voorwaarts en soms, zoals in het geval van cholesterol, een stapje terug. Laatst las ik in de ‘NRC’ daarover een uitstekende column van Martijn Katan, hoogleraar voedingsleer aan de Vrije Universiteit. De column ging over zijn ervaring als onderzoeker om al heel lang een wetenschappelijk feit aan te hangen dat toch ineens anders blijkt te zijn. Diepgewortelde inzichten kunnen soms na vele jaren van ‘rotsvaste overtuiging’ een andere lading krijgen.
Ingepakte vetdeeltjes
Eerst even dit: cholesterol is een organische verbinding, een vettig stofje dat wordt aangemaakt in de lever, maar niet oplost in het bloed. Daar heeft het lichaam wat op gevonden: het heeft de vetdeeltjes (in de vorm van minuscule bolletjes) verpakt in eiwitlaagjes die in de bloedbaan worden meegevoerd. Een klein deel van die verpakte vetpartikeltjes draagt het ‘goede’ cholesterol, maar de overgrote meerderheid van de bolletjes bevat ‘slecht’ cholesterol.
Een fata morgana
Veelzeggend signaleert Katan in zijn column: “Wetenschap bestaat vooral uit het najagen van theorieën die uiteindelijk onjuist blijken. Zelf heb ik ruim dertig jaar besteed aan een idee dat uiteindelijk een fata morgana bleek. Ik bedoel het goede cholesterol in het bloed, dat zou beschermen tegen hartinfarcten. Dertig jaar onderzoek naar voeding en ‘goed cholesterol’ heeft geen nieuwe manieren opgeleverd om hartinfarcten te voorkomen. Het bleek een doodlopende weg.”
Veroorzaker van hartinfarcten
Bijna onthutsend wat Martijn Katan schrijft. Want waar gaat het om? Sinds enige decennia is het de algemene overtuiging dat er ‘goed cholesterol’ bestaat en ‘slecht cholesterol’: het zogeheten HDL- en LDL-cholesterol. Afkortingen voor wat in het dokterstaaltje heet: Hoge- en Lage Dichtheids Lipoproteïne. Het goede cholesterol in het bloed zou bescherming bieden tegen hart- en vaataandoeningen. Het slechte cholesterol – waarvan de bolletjes (aldus Katan) nogal eens ‘verongelukken’ waarbij LDL vrijkomt dat tegen de vaatwanden blijft plakken en verstoppingen veroorzaakt – zou hartinfarcten dichterbij brengen.
Voeding en medicijnen
Het slechte cholesterol is, zoals gezegd, in grotere hoeveelheden in ons lichaam aanwezig dan het goede cholesterol. De gedachte was dat ‘het goede’ in staat zou zijn ‘het slechte’ te bestrijden door het als ‘t ware op te zuigen. Daardoor zouden dichtslibbende slagaders weer schoon worden en werd het dreigende gevaar van een verstopping en een hartinfarct tegengehouden. Op allerlei manieren is jarenlang gepropageerd het goede cholesterol te verhogen, onder meer door voeding en ook medicijnen.
Vergeet ‘goed’ en ‘fout’
Uiteindelijk, tot die conclusie komt ook Martijn Katan, is die overtuiging niet overeind te houden. Maar eigenlijk is het alleen maar eenvoudiger geworden: we hoeven ons niet meer druk te maken over die verschillen tussen LDL en HDL. Het totale cholesterol mag niet te hoog zijn en het LDL-deel ook niet. Zo stond het ook altijd al op de website huisarts.nl. Kortom: zorg voor een laag cholesterol door gezond dieet, voldoende beweging en zo nodig cholesterolverlagers.
Onder redactie van René Steenhorst
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren