Tijdens een mooie camperreis krijgt Jan de Hoop (70) onverwacht een hartinfarct op een camping in Zeeland.
Coen en ik waren met de camper op de terugweg van Spanje naar Nederland. Door Frankrijk, via België kwamen we eind juni in Zeeland aan. De ochtend na aankomst sloeg het noodlot toe. Ik werd wakker met pijn op de borst en kaken, ik zweette en was onrustig en wist niet wat ik moest doen. Ik dacht: ik loop even naar het toilet over de camping, wat frisse lucht en dan gaat het wel weer over. Toen ik op het toilet zat, begon ik wat te googelen (zoeken op internet, red.) op mijn telefoon en dacht: oh jee, deze beschrijvingen horen bij een hartinfarct.”
Naar het ziekenhuis
“Terug bij de camper zei ik tegen Coen: ‘Ik denk dat ik een hartinfarct heb.’ Coen is wel wat gewend, want ik heb altijd wat, en die reageerde: ‘Dat gaat zo wel over, laten we gaan ontbijten.’ Maar dit voelde zo raar dat ik 112 heb gebeld. Coen zei: ‘Doe dat maar, dan kunnen ze je geruststellen.’ Ik vertelde tegen die dame van 112: ‘We zitten op een camping, dus mochten jullie besluiten een ambulance te sturen, doe dat dan met niet te veel heisa, het is 7.00 uur.’ Die dame zei vervolgens: ‘De ambulance is twee minuten geleden al uw kant opgegaan.’ Paar minuten later arriveerden de ambulancebroeders en die sloten de ene na de andere stekker op mij aan. Coen zag ik kijken met een blik van: niks aan de hand. Zeiden die mannen opeens: ‘Goed dat u gebeld heeft, want u ondergaat op dit moment een hartinfarct.’ Coen schrok zo dat hij spontaan begon te huilen. Ik werd de ambulance ingeschoven en met gillende sirene naar het ziekenhuis gereden. Onderweg was ik alleen maar bezig met Coen en de logistiek als ik straks dood zou zijn. Ik dacht: dan staat die camper hier en dan moet mijn lichaam naar Apeldoorn. Ik dacht ook aan mijn mapje in mijn bureaula waar precies op staat wat Coen moet doen als ik dood ben.”
Dit en meer leest u in MAX Magazine 32. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.