Abonnementen service: 035 - 2019505

Standwerkers: ze zijn er nog!

In Nederland zijn nog steeds meer dan vijfhonderd standwerkers actief. Mannen en vrouwen die – meestal op de markt – met enthousiasme en overtuigingskracht de meest uiteenlopende producten aan de man brengen. “Ik laat de klanten lachen, gieren en brullen. Op een gegeven moment zijn ze dat hele product vergeten.”

Lieve schat, kom eens hier, dan krijgt je een goeie beurt van me”, zegt standwerker Jos van den Berg met een vette knipoog tegen een oudere dame van achter in de zeventig. De vrouw drukt zogenaamd van schrik een sjaaltje tegen haar mond en begint te lachen en zegt: “Och man, mijn dag kan niet meer stuk.” De standwerker zet de voet van de vrouw op een kistje en smeert haar schoen in met ledercrème. “‘In’ poetsen en niet meer ‘uit’ poetsen! Het is voor alle kleuren”, roept hij luid. Brutaal gaat hij verder met zijn pikante praatje, waarbij hij balanceert op het randje van de betamelijkheid, maar hij komt er gek genoeg mee weg. Op een gegeven moment klapt de vrouw dubbel van het lachen en koopt twee potten crème. Missie geslaagd.

Standwerkers in België

“Standwerker is een beetje een uitstervend beroep. Ik denk dat het ooit een soort trend is geweest”, zegt Louise Wesselius, die voorzitter is van de Koninklijke Centrale Vereniging Ambulante Handel (CVAH). “Maar ik was wel verrast dat er bij de eerste jaarmarkt in ons land, de St. Joepmarkt in Sittard op 19 maart, vijftig standwerkers aan de verkiezing meededen. Die strijden dan om de titel de koning of de koningin van St. Joep. Ik moet er wel bij zeggen dat daar ook veel Belgen tussen zaten. In België leeft het veel meer, daar vind je nog steeds heel goede standwerkers.”

Opmars in coronaperiode

De straatmarkt die, zowel qua kopers als ondernemers, sterk is vergrijsd, is volgens Wesselius na een periode van terugloop weer voorzichtig aan een opmars begonnen. “Dat gebeurde gek genoeg tijdens de coronaperiode. Je mocht toen natuurlijk helemaal niks. Veel mensen werkten thuis. Het enige uitje dat ze toen hadden, was het loopje naar de markt voor een praatje of een paar boodschappen. Alle restaurants waren gesloten, dus er werd ook veel thuis gekookt. Op de markten werden meer verse producten verkocht dan ooit. De klanten konden er ook allerlei tips krijgen hoe ze dingen moesten bereiden. Dat gebeurt natuurlijk niet in een supermarkt. De straatmarkt kwam als het ware weer een beetje tot leven. Zeker in de weekenden komen er tegenwoordig meer jongere mensen naar de markt. Dat komt omdat het aanbod is aangepast. Vroeger zeiden we: je hebt witte T-shirts en sokken op de markt, maar nu vind je er ook delicatessen. Er zijn bijvoorbeeld kramen met alleen maar speciale champignons of allerlei soorten olijven en noten, en dat trekt jongeren aan. Natuurlijk is het jammer dat er steeds minder standwerkers op de markten staan. Die zijn toch vaak de kers op de taart. We zijn als koepelorganisatie bezig om meer ruimte te scheppen voor standwerkers, want die plekken zijn in de loop van de tijd naar de normale kramen gegaan. Daar wordt gelukkig gehoor aan gegeven.”

Tekst: Jaap van Deurzen

Benieuwd naar het hele artikel? U leest het in MAX Magazine editie 26. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden. 

  Post & Mail

Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.

Reageren