Abonnementen service: 035 - 2019505

Roosje (90) gaat als prinses door het leven

Truus van ’t Hoge (90), ook wel Roosje, heeft van haar huis een paleis gemaakt. Als ze zich alleen voelt, trekt ze eropuit in een mooie feestjurk. In Middelburg staat ze daarom inmiddels bekend als ‘prinses Roosje’. “Ik maak wat moois van het leven.”

Maandagochtend, motregen, asgrauwe lucht, lege straten. Een saaie dag, maar niet voor Truus van ’t Hoge. In vol ornaat staat ze bovenaan de trap van haar etagewoning aan de Lange Delft in Middelburg. Een kobaltblauwe, feestelijke jurk omsluit haar ranke lichaam. Haar blond-witte haar opgestoken, rood gestifte lippen. “Zeg maar Roosje, hoor. Zo heet ik sinds tien jaar. ‘Truus’ vind ik zo’n varkensnaam”, zegt Roosje als ze voorgaat naar de woonkamer.

‘Ik hou van ouwe meuk’

Menigeen zal even met de ogen knipperen bij dit glinsterende, weelderige onderkomen vol poppen, beren, antieke snuisterijen, kerstballen, kroonluchters, kandelaars en porseleinen beelden. Speciaal voor het bezoek heeft ze vanmorgen alle kaarsjes aangestoken en de feestverlichting aangezet. “Tja, ik hou van ouwe meuk”, grinnikt ze. “Vroeger haalde ik die poppen nog van de bank als mijn kinderen op bezoek kwamen, maar daar heb ik geen zin meer in. Dan gaan we wel buiten de deur wat drinken.” Tussen de uitbundige verzameling is nog één leunstoel vrij, waar Roosje zelf kan zitten en televisiekijken. Nee, toen haar man Tele nog leefde, zag het er nog niet zo uit. “Ik ging al wel naar rommelmarkten. Soms ging hij mee, maar dat deed hij meer voor mij. Als hij er niet bij was, kocht ik allerlei dingen die ik stiekem in de kast verstopte en pas later in de kamer zette. Dat had hij niet in de gaten. Je kunt mannen zo makkelijk voor de gek houden”, schatert ze.

‘Had vroeger niet veel’

Roosje voelt zich gelukkig in haar rijkgevulde huis en kleedt zich graag in mooie bruids- en feestjurken met hoge hakken. “Misschien doordat ik vroeger niet veel had. Toen ik 13 jaar was, kort na de oorlog, moest ik gaan werken in een naaiatelier. Het enige wat ik had, waren mijn marmotjes. Daar speelde ik mee als ik thuiskwam. We hadden ook een hondje waar ik dol op was, maar toen hij ziek werd, verzoop mijn vader het dier met stenen om zijn nek in het kanaal. Keihard kon hij zijn. Ik was zo verdrietig.” Als Roosje 18 jaar is, leert ze Tele kennen, een knappe, blonde schipper uit Meppel. “Hij legde zijn schip aan in Helmond, waar ik woonde. Zo leerde ik hem kennen. We konden samen heel leuk dansen.” Twee jaar later trouwt ze met hem. “Ik hielp mee op zijn schip. Dat was keihard werken. We kregen zes kinderen; in elke stad is er één geboren. Die bracht ik groot aan boord. Met een puts, een emmer met een hengsel en een touw eraan, trok ik water uit het kanaal. Soms moest ik eerst ijs wegkappen voor ik erbij kon. Dat water kookte ik om de kinderen in te wassen, de was en de vaat te doen.” Roosje verliest in die tijd haar derde kind, een dochtertje van tien. In het trapgat hangt een zwart-witfoto van haar. “Ze is onder een kar met stenen gekomen toen ze met haar broers aan het spelen was. Dat overleefde ze niet. Het was zwaar, maar we spraken er niet over en gingen door. Zo ging dat toen.”

‘Een uitje sla ik niet af’

Ze slikt en praat snel verder. Over leukere dingen die minder pijn doen. Ze wijst op een foto van haar man Tele in een nauwelijks verhullende zwembroek. Baldadig: “Mooi kontje toch? Ja, je bent er toch 63 jaar mee gegaan.” Tien jaar geleden overleed hij. “Daar was ik heel verdrietig om. Ik vond het zo erg dat ik niet meer kon eten. Maar dat is nu over, hoor. Ik maak weer wat moois van het leven. Eens in de maand komen mijn dochter en haar man langs. Dan nemen ze me mee naar een wijnbar. We drinken een glaasje en eten wat. We gaan ook weleens naar België. Als ik moe ben, neem ik gewoon een paar aspirientjes, want zo’n uitje sla ik écht niet af. Natuurlijk maak ik me op en trek ik een mooie jurk aan!”

‘Herinneringen het dierbaarst’

In Middelburg is ‘prinses Roosje’ vanwege haar opvallende outfits inmiddels een bekende verschijning. “Als ik me alleen voel, ga ik naar buiten. Ik heb een hondenkar waarmee ik boodschappen doe, want ik wil niet achter zo’n rollator lopen. Laatst bezocht ik een rommelmarkt. Ik maak dan graag een lolletje met de mannen achter de kraam. ‘Zit er niks voor u bij, mevrouw?’, vraagt zo’n verkoper weleens. Dan zeg ik ‘Nee, want ik zoek een leuke vent!’, waarop ze hard moeten lachen.” Ze geniet van haar stadswandelingen en de praatjes die ze maakt. “Het nadeel van oud worden is dat je veel mensen om je heen verliest. Mijn vriendinnen zijn allemaal dood. Binnen zit ik dan toch alleen. Daarom heb ik het zo gezellig gemaakt. Maar ik zeg ook: het zijn maar spullen. Het dierbaarst zijn mijn foto’s, de mooie herinneringen.”

Tekst: Marloes de Moor

Dit en meer leest u in MAX Magazine 23. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden. 

  Post & Mail

Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.

Reageren