Zingen in een koor verbindt: ‘Ook in moeilijke tijden zijn we er voor elkaar’
Al veertig jaar komt het Zaans Interkerkelijk Mannenkoor wekelijks bijeen om samen te zingen. Ze kijken terug op mooie herinneringen en bijzondere concerten, maar het belangrijkste was in al die jaren de saamhorigheid. “We zijn echt maatjes geworden.”
Foto’s: Janita Sassen.
Ko staan, mannen!” Dirigent Hugo van der Meij slaat een beginakkoord op de piano aan. “We zingen ‘Kom in mijn hart, Heer Jezus’.” Zestig mannen van het Zaans Interkerkelijk Mannenkoor openen hun mond. Een warme koorklank, diepe bassen verweven met een licht timbre, vult de zeventiende-eeuwse Bullekerk in Zaandam. Ritmisch beweegt Willem Bootsman (77) zijn Adidas-gymschoen mee op de muziek.
Inspiratie vanuit Den Helder
Een handgeschreven brief van de oprichter Rinus Prins getuigt van het wilde plan dat hij in september 1983 heeft. Met twee vrienden woont hij een zangrepetitie van het Nieuwedieper Visserskoor in Den Helder bij. De drie zijn diep onder de indruk. De eenvoudige manier waarop de vissers zingen, de bijzondere plek die het koor in de harten van die mannen inneemt. Dat willen zij ook in de Zaanstreek! Nog geen drie maanden later, op 7 januari 1984, weten zij 82 mannen bijeen te krijgen. Samen vormen zij het Nieuw Interkerkelijk Mannenkoor, later het Zaans Interkerkelijk Mannenkoor. Het eerste lied dat zij zingen is ‘God heb ik lief, want die getrouwe Heer’. Naast geestelijke liederen als ‘Dank sei Dir Herr’ en ‘Zing van Zijn trouw’ brengt het koor ook hedendaagse muziek van bijvoorbeeld Toon Hermans ten gehore.
Echte maatjes
Jaap Dral (72), Willem Bootsman (77) en Rein de Vries (76), alle drie tenoren, zijn er vanaf het begin bij. “Wij zijn echt maatjes geworden en hebben samen veel gekke dingen meegemaakt. Ik herinner me een concert van operazangeres Christina Deutekom. We zaten vooraan en ik gooide een opgevouwen papiertje haar kant op. Dat kwam in haar decolleté terecht. ‘Je mikte erop’, riepen de anderen. Maar het was puur toeval.” Willem lacht er smakelijk om: “De eerste vijftien jaar waren geweldig. Gigantisch veel lol gehad. Maar we kunnen ook heel serieus zijn, hoor. Aan onze repetities gaat altijd een gebed vooraf en we zingen ook bij kerkdiensten.”
Zingen tussen de dolfijnen
“Daarnaast hebben we mooie optredens gehad, bijvoorbeeld in het Amsterdamse Concertgebouw en De Doelen in Rotterdam”, vertelt Willem. Met twee andere koren, vierhonderd man in totaal, zongen we in het Dolfinarium in Harderwijk, waar de dolfijnen om ons heen sprongen. Een unieke ervaring.” Rein: “Zangers als Marco Bakker en Ivan Rebroff hebben met ons gezongen. Dat doen ze echt niet zomaar.”
Steun in moeilijke tijden
Jaap vindt de gezelligheid en saamhorigheid binnen het koor het mooist. “Ook in moeilijke tijden zijn we er voor elkaar. Toen ik in een rolstoel terechtkwam, kreeg ik veel steun van het koor. De eerste tijd bracht iemand mij heen en terug naar de repetities. Tegenwoordig ga ik zelf met de rolstoelbus.” Ontroerd denkt hij terug aan het concert ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum. “Dat heeft me veel gedaan.” “Jaap zit in zijn rolstoel altijd vooraan”, legt Rein uit. “Willem en ik zijn naar voren gelopen en zijn aan weerszijden van hem gaan staan, armen om hem heen.” Jaap knikt: “Een heel emotioneel moment. Het raakt me nog.”
Op zoek naar nieuwe leden
Ze herinneren zich nog goed de hoogtijdagen, toen het koor zo’n 120 leden telde. “Tegenwoordig zijn het er nog maar zestig. Relatief gezien misschien veel, maar voor ons is het weinig”, zegt Willem. De gemiddelde leeftijd stijgt, dus het koor is hard op zoek naar nieuwe leden. Daan Plekker (72), die ook al 35 jaar lid is, gaat zich daar komend jaar voor inzetten. “Ik ben al bezig met flyers en posters om het koor te promoten.”
Nieuwe aanwinsten
Het werven van nieuwe leden werpt al enigszins zijn vruchten af. Vorig jaar werden Jan Hartog (57), Johan Koerts (70) en Michael Cordero (33) lid.
“Een broeder die ik in de kerk tegenkwam, vroeg mij om ook in het koor te gaan zingen”, vertelt Michael. “Ik vind het leuk om dit samen met anderen te doen. ‘Psalm 63: Onder Uw vleugels’ zing ik het liefst.” Johan Koerts raakte onder de indruk na het kerstconcert in het Zaantheater en sloot zich aan. “Ik zing met plezier en blijf na afloop vaak hangen om na te praten.”
Eerbetoon aan vader
Jan trad in de voetsporen van zijn vader. “Hij heeft lang bij dit koor gezongen. Ik speelde al een tijd met de gedachte om dit samen met hem te gaan doen. Maar toen ik de knoop doorhakte, overleed hij. Dat was voor mij het moment om het stokje van hem over te nemen en lid te worden. Zijn pak hing nog in de kast en ik paste het zelfs. Het moest zo zijn. Ik beschouw het als een eerbetoon aan hem. Ik zing nu de liederen die hij zong, waaronder ook één die hij zelf geschreven heeft. Een emotioneel moment voor mij. Het is jammer dat hij het niet meer heeft meegemaakt, maar wie weet kijkt hij van boven mee.”
Dit artikel staat in MAX Magazine nummer 6. Bent u geen abonnee, maar wilt u iedere week genieten van puzzels, weetjes, interviews en programma-informatie? U kunt hier abonnee worden.
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren