Zo gezond is scheten laten

Iedereen laat scheten. Sterker nog: een mens laat gemiddeld zo’n tien tot vijftien scheten per dag. Heel normaal én gezond! Maar hoe gezond is het nu echt om winden te laten en wanneer wordt het een probleem?

Er heerst nog steeds het idee dat het laten van scheten een teken is dat er iets mis is met uw darmen. Toch is dat lang niet altijd zo. Uit Spaans onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat mensen met een volledig plantaardig dieet tot zeven keer zo vaak winden laten. En dat is heel gezond, volgens de onderzoekers, vanwege de grotere hoeveelheid vezels die plantaardige voeding bevat.

Gezonde darmen
Het is al langer duidelijk dat u door bepaalde, plantaardige voedingsmiddelen te eten uw darmen gezonder kunt maken. Van aardpeer en ui gaat u misschien meer stinken, maar uw microbioom gaat er flink op vooruit. Dit microbioom – vroeger ‘darmflora’ genaamd – speelt ook een rol bij het ontstaan van ziekten als diabetes of een depressie.

Niet doen: scheten inhouden
Wat u niet moet doen, is uw winden inhouden. Het inhouden van scheten kan namelijk leiden tot uitstulpingen van de darmen. De giftige darmgassen kunnen door opname in de bloedbaan klachten als vermoeidheid en hoofdpijn veroorzaken. Laat ze dus vooral lekker wapperen.

Oorzaken winderigheid
Eet u niet (volledig) plantaardig en laat u meer scheten dan u wilt? Dan kan het ook ergens anders door komen. U kunt namelijk soms meer gas in de maag en darmen hebben dan normaal. Bijvoorbeeld door lucht die u inslikt. Dit kan gebeuren bij spanning en stress, door roken of een slecht kunstgebit. Ook mensen die snel praten, snel eten en drinken zonder goed te kauwen, slikken ongemerkt extra lucht mee naar binnen. Maar ook darmbacteriën kunnen voor meer gas zorgen.

Als u door de winderigheid ook last hebt van buikpijn, kunt u het beste contact opnemen met de huisarts en/of een voedingsdeskundige. Het kan helpen om samen uw voedingspatroon eens onder de loep te nemen. Trek ook aan de bel wanneer u vaak last heeft van een opgezette buik of extreme winderigheid.

Auteur: Aukeline van Dorp
Bron: GezondheidsNet / New Scientist