Courgettes zijn makkelijk zelf te kweken

De courgetteplant kan niet tegen nachtvorst. Plant ze daarom pas na half mei. Het zaaien moet dus niet te vroeg gebeuren en half april is een goede tijd.

Tijdens het zaaien moeten ze warm staan en de zaden mogen niet te nat worden, anders gaan ze rotten. Een paar planten is genoeg, ze geven altijd een goede opbrengst. Zet er één op een vierkante meter. Oogst ze als ze ongeveer vijftien centimeter lang zijn; als ze te groot worden, wordt de schil te hard en gaat de smaak achteruit. Gebruik te groot geworden vruchten voor de soep. Courgetteplanten zijn langzame starters, vooral als het na het planten koud of nat weer is. Maar als ze eenmaal groeien, gaan ze maar door.

Bij nat en koud weer kan de plant aangetast worden door een schimmel (botrytis). Er komt dan een grijs schimmelpluis op de vrucht en deze kan beter verwijderd worden. De geoogste courgettes kunnen op een koele plaats bewaard worden en blijven dan nog enkele weken goed. De vruchten kan men goed koken, roosteren of bakken. U kunt ook zaden voor het volgende jaar oogsten, de vrucht moet dan langer aan de plant blijven zitten.