ANTIVRIES

Op een tintelfrisse ochtend, een graadje vorst, wandel ik met mijn broer langs de Haarlemse duinrand. Ik hoop dat de landgoederen waar we langskomen wat mooie winterbloeiers, zoals sneeuwklokje, winterakoniet en krokus te bieden hebben. Beet! In de verte een glooiend stuk groen vol witte stipjes.

Dichterbij gekomen zien we tientallen bloeiende sneeuwklokjes. Hoe verder we over het landgoed kijken, hoe meer witte bloempjes er opduiken; het zijn er duizenden. Moeten zij de lichte vorst vrezen die voor de komende dagen voorspeld is? Sneeuwklokjes en andere vroege bloeiers laten zich vooral leiden door de daglengte; is er lang genoeg licht, dan kunnen – vanaf eind januari – de bloemen komen. En wat doen ze als er vorst is?

Dan pompen de plantjes vanuit hun wortels, knollen of bollen suiker omhoog, zodat alle cellen zich vullen met suikerwater. Antivries! Suikerwater bevriest veel minder snel dan puur water. Als zonen van een groenteman wisten wij het al: spruitjes en boerenkool zijn lekkerder wanneer er vorst overheen gegaan is. Ook wintergroenten maken suikerzoete antivries aan, vandaar.