Column van Jan: Mondkapjes
Deze week wordt hij 86: Erik C.B.M. de Groot uit De Bilt. “Bioloog, geen arts maar wel doctor in de medicijnen.” “Lichtelijk geïrriteerd door het gedraai om het nut van mondkapjes” stuurde hij een mail: “Omdat ik deel uitmaak van de risicogroep vond ik het zinvol mijn mening bij MAX te deponeren”, schreef hij.
“Stel dat je verkouden bent en het virus in ruime mate aanwezig is in de vochtige bekleding van de luchtwegen. Door de werking van de trilhaarcellen van de luchtpijp wordt het slijm naar de keelholte getransporteerd en op deze lopende band gaan ook de virusdeeltjes mee. Bij een niesexplosie wordt een hoeveelheid van het slijm mét aanwezige stof- en virusdeeltjes uitgestoten in de vorm van grote en kleine druppeltjes.
Op enige afstand van de mond zullen de druppels uit elkaar vallen en in de omringende lucht opgaan tot aerosol. Volgens mij zal daarom iedere vorm van afdekking van de mond met zakdoek, mouw en al of niet professioneel mondkapje het grootste deel van het uitgestoten vocht opvangen vóórdat het in aerosol kan overgaan. Zie daar het nut van een mondkapje. Het ziet er niet uit, het belemmert de ademhaling, maar verkleint zeer waarschijnlijk ook de kans op besmetting met welk virus dan ook”, aldus het pleidooi van De Groot. Ik was al overtuigd: sinds vorige week draagt iedereen bij MAX verplicht een mondkapje.
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren