Topwielrenster Anna van der Breggen: ‘Opeens kwam dat virus wel heel dichtbij’

De coronacrisis heeft Anna van der Breggen (30), regerend olympisch kampioen op de weg, nu al doen besluiten na ‘Tokio 2021’ te stoppen met koersen en ploegleider te worden. Anna woont in Zwolle en is getrouwd met Sierk Jan de Haan, één van de stafleden van Team Jumbo Visma.

Mijn laatste koers was eind februari, een vierdaagse etappewedstrijd in Valencia. Ik won een rit en het eindklassement. Daarna gingen we met het Boels Dolmans Cycling Team naar een trainingskamp in Drenthe, ter voorbereiding op de volgende wereldbekerwedstrijd. Toen bekend werd dat die zou worden afgelast, zijn we naar huis vertrokken. En daar zit ik dus nog steeds. De opmars van het coronavirus volgde ik al sinds de winter. Aanvankelijk, ook tijdens de hoogtestage in Spanje, in de trant van: ach, ver weg. Opeens veranderde ‘ver weg’ in ‘dichtbij’. Richard Plugge, algemeen directeur van Jumbo Visma en een altijd gezonde man van vijftig, werd ernstig ziek. Dat raakte mijn man en mij enorm.”

‘De motivatie ontbreekt’
“Gedurende het seizoen maak je een planning. Dat gebeurt op basis van het soort wedstrijden waarop je je focust. Je werkt daar specifiek naar toe, je groeit naar je topvorm. Nu ontbreekt natuurlijk die motivatie. Wel fiets ik veel, dagelijks gemiddeld vier, vijf uur. Af en toe laat ik mijn fiets een dag staan. Om het een beetje leuk te houden, probeer ik wat variatie aan te brengen. Ik hardloop en mountainbike graag en heb op de zolder een sportschooltje voor krachtoefeningen.”

‘Ik ontdek nieuwe bezigheden’
“Ik leer een heleboel over mezelf. In deze onwerkelijke wereld ontdek en ontwikkel ik nieuwe dingen. Zo ben ik een moestuin begonnen en heb me gestort op het onder de knie krijgen van broodbakken. Geslaagd!”

‘Ik moet er niet aan denken’
“Als ik ’s ochtends wakker word, hoef ik me niet af te vragen wat ik vandaag moet, want ik moet niets meer. Ik heb het gevoel in een hele lange vakantie te zitten. Over het opstarten van het wielrennen valt weinig te zeggen. Alles wijst op een toekomstige anderhalve-metermaatschappij. Het benauwende hiervan, wat ik ervaar bij het boodschappen doen, duw ik weg. Bewust, anders kan ik beter stoppen. Anderhalve meter van elkaar fietsen gaat natuurlijk nooit lukken.”

‘Die titel prolongeer ik!’
“Ondanks de sombere vooruitzichten houd ik moed.
In 2021 wil ik in Tokio mijn olympische titel verdedigen. Dat blijft mijn grote doel. Mijn nog zelfstandig wonende oma Corrie van 84 vormt een inspiratiebron. Ze leeft erg met me mee. Ook voor haar zou het super zijn als ik weer olympisch kampioen weet te worden.”