Hein Simons en Dennie Christian ‘Roem is een mes met twee zijden’
Dennie Christian (61) verkocht in zijn carrière 15 miljoen platen en Hein Simons (62) maar liefst 60 miljoen stuks. Ondanks die enorme platenverkopen en triomfen op het podium weten beide zangers dat succes niet zaligmakend is. Aan de hand van een aantal prikkelende stellingen praten ze zonder een blad voor de mond te nemen over hun bewogen artiestenloopbaan…
Ook al zing ik mijn grootste hit al decennia lang, ik doe het nog steeds met plezier
Hein: “Zeker. Aan ‘Mama’ heb ik alles te danken, daar is het succes mee begonnen en daarom is het voor mij nog steeds een heel dierbaar lied. En de mensen vinden het nog steeds leuk om te horen, dus daar hebben ze dan ook recht op, vind ik. Voor mijn vijftigjarig artiestenjubileum hebben we eind vorig jaar een cd uitgebracht waarop ik in duet zing met de opnames van vroeger, toen ik nog Heintje was. ‘Mama’ staat daar uiteraard ook op. Dat is heel leuk
geworden en in Duitsland een enorm succes. In Nederland treed ik ook nog op hoor, alleen veel minder.”
Dennie: “Ik heb mijn grootste hits als ‘Rosamunde’ en ‘Hoeba Hoeba Hop’ in mijn leven net zozeer vervloekt als omarmd. Door die hits ben ik in het laatje van vrolijke schlagerzangers gekomen waar je heel moeilijk uitkomt. In het tv-programma ‘Beste Zangers’ heb ik kunnen laten zien dat ik veel meer in huis heb. Nadat ik mijn eerste liedje had gezongen – ‘Nooit meer een morgen’ van Marco Borsato – waren de mensen die op Twitter hadden geklaagd dat het belachelijk was dat ik als schlagerzanger meedeed, massaal om. Het regende complimenten. Ik heb me er heel lang aan geërgerd dat ik stelselmatig werd ondergewaardeerd, maar sinds ‘Beste Zangers’ heb ik mezelf ‘vrijgezwommen’, zoals ik dat noem.”
Dit vak gaat altijd ten koste van je privéleven
Dennie: “Ik ben ervan overtuigd dat dit vak al heel wat relaties naar de filistijnen heeft geholpen. De verleidingen, het geld en vrouwelijk schoon dat zich aanbiedt, daar moet je tegen bestand zijn. Mijn vrouw en ik hebben dat overleefd, al heb ik lang geleden ook mijn fouten gemaakt. Maar dat heb ik openlijk bekend en dat is vergeven en vergeten nu. Na 42 jaar zijn Roswitha en ik nog steeds heel gelukkig samen.”
Hein: “Ik ben in 2014 na 33 jaar huwelijk gescheiden, maar dat staat helemaal los van het vak. Ik heb werk en privé altijd heel goed kunnen scheiden, thuis ben ik nooit met beroemd zijn bezig geweest. Mijn scheiding is een lang proces geweest waarin we uit elkaar zijn gegroeid. We waren nog wel leuk met elkaar en alles was prima, maar het was geen huwelijk meer. In ieder geval niet genoeg om bij elkaar te blijven. Niemand trouwt vanuit het idee dat je op een dag gaat scheiden. Maar altijd bij elkaar blijven, dat is gewoon heel moeilijk…”
Succes en roem is leuk, maar het is ook een hard vak
Hein: “Ik heb het geluk gehad dat mijn eerste plaatje meteen wereldwijd een enorm succes werd. Ik heb niet jaren hoeven zwoegen, zoals je ook wel ziet. Natuurlijk, je weet dat er een tijd komt waarin het niet meer zo goed loopt. Geen pieken zonder dalen, maar mijn dalen waren nooit zo diep. In Duitsland maak ik nog grote tournees en dan zijn de zalen gevuld. En ik heb alles al een keer meegemaakt natuurlijk. Inderdaad, wereldwijd opgetreden, van Australië tot de VS, van China tot Indonesië voor 40.000 mensen in een stadion. Zo veel mooie dingen. In Amerika mocht ik samenwerken met artiesten als Gene Kelly, die – zoals alle echt grote artiesten – heel gewoon was. In de VS boden ze me zelfs nog een zevenjarig contract aan. Ik was veertien en mijn ouders vonden me toen nog te jong. Maar wie weet hoe dat had kunnen lopen. Misschien heb ik daarmee een grote carrière in Amerika aan me voorbij laten gaan…”
Dennie: “Ik had drie flops voor ik met ‘Rosamunde’ een enorme hit scoorde en de platenmaatschappij al het geld dat ze in me geïnvesteerd hadden terugverdiende. Ik weet als geen ander dat roem en succes een mes is met twee zijden en dat het vak ook pijnlijk en scherp kan zijn. Het is hard, met veel druk om te presteren. Als je een lang artiestenleven mag hebben zoals wij, maak je ook mindere tijden mee. In 2012 had ik een burn-out, een depressie of een midlifecrisis, hoe je het ook maar wilt noemen. Als ik ’s ochtend wakker werd, had ik geen zin om op te staan, ik voelde me ellendig, treurig. Ik had geen drive meer. Ik had wel genoeg werk en was veel onderweg. Maar het gebrek aan erkenning, publiek dat niet meer met knuffels en gekke dingen gooide, geen notering in de hitlijsten. Ik dacht: is het nu gedaan? Ben ik te oud geworden? Ging het alleen om mijn uiterlijk en niet om mijn zangkunst? Dat soort gedachten maakt je alleen maar zwakker, je voelt hoe de accu leegloopt. Ik ben toen een paar weken in een speciale kliniek geweest en daar ben ik echt als een feniks uit de as herrezen. Daar leerde ik weer in mezelf geloven, de basis van alles. En ik ging ook eens goed nadenken. Toen realiseerde ik me dat er heel veel artiesten nog ouder zijn dan ik en tegelijkertijd nog steeds heel succesvol: Rod Stewart, Tina Turner… Charles Aznavour is in de negentig en treedt nog steeds op! Daarbij vergeleken ben ik een jong broekie!”
Als je in de spotlights staat, hoort kritiek erbij
Hein: “Klopt. Ten tijde van het apartheidsregime heb ik opgetreden in Zuid-Afrika. Daar is veel over te doen geweest. Daar zijn wij als Nederlanders heel sterk in. Ik ben altijd tegen apartheid geweest, maar als artiest ben je geen politicus, reis je erheen en ga je zingen. Net zoals ik geen communist ben, maar ook in Rusland zou hebben opgetreden. Ik vond het ook een hypocriete discussie. De KLM vloog elke dag naar dat land. De koningin had aandelen in Unilever dat daar heel groot is. Maar als je er als artiest heen gaat, ben je ineens verdacht…”
Dennie: “Omdat ik Duitser ben, zijn er van mij zelfs platen doormidden gebroken door een toen zeer bekende dj, ik noem geen namen. Ik werd in 1980 geboycot door de Stichting Top 40, omdat ik een tweetalig nummer had uitgebracht met de titel ‘Vrijheid en Vrede, Freundschaft und Liebe’. Die dj zei destijds: hoe durft een Duitser over vriendschap tussen Duitsers en Nederlanders te praten. Duitsers zijn beesten! Mijn toenmalige manager heeft toen een kort geding aangespannen tegen de Stichting Top 40, dat we wonnen. Toen moesten ze mijn plaat wel draaien. Op bevel van het arrondissement van Amsterdam.”
Wanneer je de zestig bent gepasseerd, weet je dat gezondheid niet meer vanzelfsprekend is
Hein: “Vier jaar geleden bleek dat ik hartzwakte had. Ik werd steeds kortademiger en heb me eens goed laten nakijken. Ik heb een hartoperatie van vijf uur ondergaan, waarbij ze een defribilator hebben ingebracht zodat ik geen hartstilstand zou krijgen. Ik slik nu dagelijks tabletten en kan er goed mee leven. Het is ongelooflijk wat de techniek van vandaag allemaal kan. Aan de andere kant moet je het leven ook nemen zoals het komt. Ik ben er niet anders door in het leven komen te staan.”
Dennie: “Dat mijn lichaam geen 35 meer is, realiseerde ik me al eerder dan op mijn zestigste. Dat had alles met die midlifecrisis te maken. Want depressie grijpt alles aan, je lichaam laat je behoorlijk in de steek: ik was zwaar, moe, had last van mijn maag… Ik ben daarna veel zuiniger op mijn gezondheid geworden. Al eet ik af en toe nog steeds een dikke hamburger met frietjes. Alleen niet meer zo vaak.”
In dit vak wil je nooit met pensioen
Dennie: “Ik denk dat als je jezelf bent, authentieke liedjes zingt en van je publiek houdt, dat je heel lang kunt overleven. Ik zou wel kunnen stoppen als ik mijn leefwijze aanpas, maar ik denk dat ik daar te narcistisch voor ben. Ik heb de waardering van het publiek wel nodig.”
Hein: “Ik vind het nog steeds leuk om te doen en zolang er mensen zijn die het leuk vinden, denk ik dat ik nog een tijdje doorga. Maar ik wil wel bijtijds de eer aan mezelf houden.”
Mede dankzij mijn ouders en opvoeding ben ik nu wie ik ben
Hein: “Dat klopt wel. Ook als was mijn grootste hit ‘Mama’, weinig mensen weten dat ik eigenlijk een vaderskindje was. Mensen die hem nog gekend hebben zien de gelijkenissen tussen ons. Hij was ook altijd recht door zee. Dan heb je niet altijd vrienden, maar weten ze wel wat ze aan je hebben. Mijn vader was mijn grootste fan. Helaas is hij al op zijn 66ste overleden aan kanker, nadat hij zijn leven lang in de mijnen had gewerkt. Of dat met elkaar verband houdt, weet ik niet.”
Dennie: “Ik ben opgegroeid in een milieu van hardwerkende middenstanders, mijn ouders hadden een grote supermarkt, een Spar. Mijn moeder wilde eerst niet dat ik het vak inging. ‘Lern erst ein gutes Beruf’, zei ze. Mijn vader was een getalenteerde amateurzanger en die vond het prachtig. Van beiden heb ik waardevolle levenslessen meegekregen. Mijn vader zei altijd tegen mij: als je negatief denkt, kan er nooit iets positiefs om de hoek komen kijken. Mijn moeder had als devies: wees eerlijk, kijk eerlijk en blijf eerlijk, dan krijg je eerlijkheid terug. Beiden hadden voor de volle honderd procent gelijk. Het in de praktijk brengen van die levenslessen is misschien wel de reden dat ik nog op de plek sta waar ik nu sta als artiest. De waardering van het publiek is weer enorm. Als mensen mij bijvoorbeeld aanspreken op mijn deelname aan ‘Beste Zangers’, dan krijg ik een brede glimlach op mijn gezicht.”
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren