![Jan Slagter](https://maxmagazine.nl/wp-content/uploads/2024/12/MAX-Magazine-column-Jan-Slagter-2024-fv-600x347.jpg)
Dit is een artikel uit het archief van MAX Magazine en werd gepubliceerd in 2019.
Ron Brandsteder (68) is voor Omroep MAX weer terug op NPO Radio 5 met ‘Ron wacht op de nacht’. Elke vrijdag is hij te beluisteren tussen 22.00 en 00.00 uur met verhalen, herinneringen en de mooiste muziek. Jan Slagter haalt met Ron onder andere herinneringen op uit zijn roemrijke carrière…
Jan: “Na een korte afwezigheid ben je sinds 1 maart weer terug bij Radio 5 met ‘Ron wacht op de nacht’. Toen er op vrijdagavond een plekje vrijkwam, dacht ik meteen aan jou. Met jouw jarenlange ervaring, warme stemgeluid en humor kun jij de ideale sfeer creëren. Bevalt het je goed en hoe zijn de reacties?”
Ron: “Het is een enig programma om te maken. Ik stop veel tijd in de voorbereiding, want dat vind ik namelijk minstens zo leuk als het presenteren zelf. We brengen in de uitzending verhalen, bijzondere herinneringen en draaien muziek die je eigenlijk niet meer hoort. Want waar hoor je nog een mooi Frans chanson, een Duitse schlager of een Andy Williams? En dat vinden mensen mooi, weet ik. We zijn het nog wel een beetje aan het opbouwen en hopen dat meer mensen het programma gaan vinden. Het nadeel van Radio 5 is dat het geen FM-frequentie heeft, waardoor je er niet in de auto naar kunt luisteren. Wat trouwens heel leuk is van de huidige tijd is dat mensen het programma online over de hele wereld kunnen beluisteren. Ik krijg zelfs reacties uit Bangkok en uit Zuid-Afrika.”
‘Niet bang voor een microfoon’
Jan: “Je bent natuurlijk beroemd geworden als één van de grootste televisie-iconen uit de Nederlandse tv-geschiedenis. Maar bij de radio is het allemaal begonnen toch?”
Ron: “Ja, radio is een oude liefde. Ik ben, voor ik bij de radio kwam, begonnen als platenplugger die kind aan huis was bij Hilversum 3, Radio Noordzee en Veronica. De grote zenders uit die tijd. Op een gegeven moment was er een diskjockey, die vanwege een verhuizing twee weken vrij nam. Of ik even op donderdagavond de Nederlandse Top 20 kon doen? Zo ging dat nog in die tijd. Nu had ik op school weleens wat aan cabaret gedaan, dus ik was niet bang voor een microfoon. En omdat ik als plugger elke dag in de studio zat, wist ik hoe de techniek werkte. Dus ik achter die draaitafel om Corry Konings de ether in te slingeren, haha. En nu is de cirkel weer rond; aan het einde van mijn carrière kan ik het afronden met hoe het ooit begonnen is.”
“Het grote werk begon natuurlijk met de ‘TROS Showbizzquiz’. Daar keken acht jaar lang zeven miljoen mensen naar. Dat maak je tegenwoordig niet meer mee.”
‘Eén groot feest’
Jan: “Hoe kijk je terug op je televisiecarrière?”
Ron: “Dat is één groot feest geweest. Wat ik weleens jammer vind, is dat ik nooit de tijd heb gehad om stil te staan bij wat ik allemaal meemaakte. Het ene project was nog niet afgelopen of het volgende diende zich al weer aan. Het grote werk begon natuurlijk met de ‘TROS Showbizzquiz’, bedacht door Ivo Niehe. Daar keken acht jaar lang zeven miljoen mensen naar. Dat maak je tegenwoordig niet meer mee. Anoniem ben je dan niet meer en daarmee leren leven, is een heel proces geweest – ook omdat bepaalde media je dan in schandalen proberen te betrekken. Maar na een tijdje ben je daaraan gewend. Toen ik kinderen kreeg, snapten die in eerste instantie niks van die bekendheid. Mijn jongste, Bob, zei: ‘Jij hebt wel veel vrienden, hè?’ ‘Ja Bob’, zei ik, ‘vrienden zijn heel belangrijk in het leven’, haha. Later hoorde ik hem nog een keer op een verjaardag tegen een klein meisje zeggen: ‘Weet je wie dat is? Dat is Ron Brandsteder!’ Haha.”
‘Genoeg aandacht gehad’
Jan: “Nu is je zoon Rick een bekend gezicht op tv.”
Ron: “Ja, en de rollen draaien zich om. Ik ben een keer gebeld voor een schnabbel, ze hadden eerst Rick gebeld, maar die kon niet. Ik stond tweede op de lijst. Eerst was hij mijn zoon, nu ben ik de vader van Rick geworden. Dat is de circle of life. Daar ben ik overigens erg blij mee, ik heb genoeg aandacht gehad. Het gekke is, ik heb met Rick nooit een carrière gepland en hij heeft ook nooit aan mij gevraagd of ik een goed woordje voor hem wilde doen. Want natuurlijk denken mensen dat ik zijn kruiwagen ben geweest, maar dat is helemaal niet zo. Toen de jongens klein waren en ze met Yvonne weleens meegingen naar de studio’s in Aalsmeer, schoof Rick altijd tegen zijn moeder aan, die wilde niet in beeld. Bob daarentegen schoof van het middenpad langzaam op naar de plek van zijn vader voor de camera. Als de titelrol kwam, stond hij naast me. We dachten dus dat Bob het zou worden, maar het is precies andersom.”
‘Dienstbaar opstellen’
Jan: “Je zult ongetwijfeld weleens een vaderlijk advies geven aan Rick?”
Ron: “Tuurlijk, dan zeg ik: je moet een beetje meer dit of dat. Maar het belangrijkste wat ik hem heb meegegeven, is misschien wel dat je als presentator altijd ten dienste moet staan van het programma. En niet zoals je heel veel ziet op tv, dat ze denken dat het om hun gaat. Het gaat om het programma en de gasten die zijn uitgenodigd. Sfeer maken. Dat heb ik zelf van mijn moeder, die kon van niets iets maken. In de jaren vijftig hadden we het niet breed en woonden we op een bovenwoninkje in de Amsterdamse Pijp. Maar als er visite kwam, flanste mijn moeder van alles in elkaar en stonden de sigaretten in een glaasje op tafel. Ik weet nog dat er een keer een Engelse zakenrelatie van mijn vader kwam eten. Ze sprak heel slecht Engels en zei tegen hem: ‘Do you like lof?’ Dus die man dacht: waar ben ik nu terechtgekomen, haha. Ik had een geweldige moeder overigens, geboren in 1920, de tijd dat nette meisjes niet de showbizz in gingen, dat was not done. Maar als ze in een andere tijd was geboren, dan had ze zo in het rijtje Karin Bloemen en Mies Bouwman kunnen staan. Ze kon alleen al fantastisch vertellen, zo beeldend dat je het bijna kon aanraken. Maar ik lijk ook op mijn vader hoor, steeds meer zelfs, die was niet zoals mijn moeder extravert, maar een binnenvetter. Die zei één keer per jaar wat en dan kwam het ook heel erg aan, haha.”
Jan: “Heb je eigenlijk veel vrienden overgehouden aan je gloriedagen op televisie?”
Ron: “Een paar, ik ben er ook een hoop verloren, zoals Guus Verstraete en Egbert van Hees (beiden regisseurs, red.), en voor de rest is het toch wel een vluchtige wereld. André van Duin is nog als goede vriend overgebleven. Na mijn tv-successen heb ik natuurlijk nog jaren met hem in de theaters gestaan als zijn aangever.”
‘Het is veel harder geworden’
Jan: “Als jij kijkt naar de tv vandaag de dag, wat vind je leuk en waar stoor je je aan?”
Ron: “Ik stoor me niet aan dingen, je moet ook accepteren dat het tegenwoordig allemaal anders is. Maar het is wel veel harder geworden en elkaar een beetje ruimte geven, daar ontbreekt het tegenwoordig weleens aan. Ik ben nu 68, en als je zegt dat vroeger alles beter was, klink je al snel als een grumpy old man. Nu was vroeger wel alles beter, maar niet alles, haha. Ik kijk soms naar Wilfred Genee en Johan Derksen, dat vind ik altijd wel aardig. En ‘De Luizenmoeder’ vond ik heel erg leuk, omdat dat een nieuw soort humor is waarbij de mens een spiegel voorgehouden wordt. Maar ik kijk ’s avonds vooral veel speelfilms. Ik heb beneden een wit muurtje en een projectortje. Dan zit ik op de stoel van mijn vader, met zo’n krukje ervoor zodat ik mijn lange benen kwijt kan, dat vind ik fantastisch. Ik was vroeger al gek op films.”
Tennisclubje
Jan: “Hoe ziet een gemiddelde dag van jou er tegenwoordig uit?”
Ron: “Ik ga om één uur naar bed en sta na zeven uur slaap om acht uur op. Dan haal ik de krant uit de bus en ga ik uitgebreid ontbijten. Na het lezen van de krant doe ik altijd een cryptogrammetje, dat is iets van de laatste jaren, daar heb ik nu tijd voor. Dan doe ik wat administratie. Na de lunch heb ik altijd wel wat beweging. Ik heb een tennisclubje in Hilversum van mannen boven de 60 tot 85. Er wordt wel getennist, maar vooral ook veel geouwehoerd en koffie gedronken, haha. Heel gezellig. En ik rijd nog motor, ook in de winter, maar dan met thermo-ondergoed. Nee, niet op een Harley. Vroeger reed ik op een nep-Harley, een Kawasaki, die start altijd en kostte de helft. Je moet ook een beetje op de centjes letten. En nu rijd ik op een nep-BMW, een Yamaha; een toermotor van 1.300 cc, een flink ding. Daarmee heb ik al heel veel van Europa gezien.”
“Als je je bedenkt dat ieder mens lusten en lasten heeft in het leven, mag ik alleen maar blij zijn.”
Gouden randje
Jan: “Bevalt deze levensfase je goed, of kijk je met weemoed terug?”
Ron: “Natuurlijk kijk ik met weemoed terug, maar dat heeft geen zin. Het leuke is dat ik nu in mijn radioprogramma muziek kan draaien uit de jaren zestig, zo leef ik toch nog een beetje in die tijd. En verder realiseer ik me dat ik vooral een enorme mazzelaar ben geweest. Ik ben begonnen in de tijd met twee netten. Maakte carrière toen de TROS opkwam, en vervolgens de commerciële televisie toen ik bij Joop van den Ende zat. En toen mijn ‘ster’ een klein beetje begon af te zwakken, belde André of ik met hem het land in wilde. Dus wat je zegt, eigenlijk een carrière met een gouden randje, er zijn geen dips geweest. Als je je bedenkt dat ieder mens lusten en lasten heeft in het leven, mag ik alleen maar blij zijn. Ik zou nu alleen nog bang kunnen zijn voor de lasten die ongetwijfeld nog gaan komen.”
Ron Brandsteder
1950-2025
Tekst: Jeroen Mei
Foto’s: Roland J. Reinders