Abonnementen service: 035 - 2019505

Zo staat de natuur er voor

Waar houd ik eerst mijn vergrootglas boven? Boven onze blonde duinen, daar is goed nieuws te melden. Uit recent onderzoek door de Universiteit van Amsterdam blijkt dat er de laatste jaren minder stikstof in de duinen terechtkomt. (Stikstof… iedereen heeft het erover, ik kom er straks op terug.) Daardoor verdwijnen de vele dikke grasplakken en zien we langs de gehele kust steeds meer stuivend zand. Zomers voelen het duinviooltje en de zandhagedis zich thuis in het losse, blonde zand. Ook zag ik dit jaar op Texel en in de Kennemerduinen opvallend veel parnassia bloeien. Een prachtige duinplant die het vooral goed doet in natte duingebieden. Door zorgvuldig natuurbeheer lukt het de laatste jaren steeds beter om onze duinen nat te houden.

Insecten zijn broodnodig

Die duinen, daar hoeven we ons dus niet zo’n zorgen over te maken. Blijf ik dicht bij huis en kijk ik in mijn eigen tuin, dan word ik wat somberder. U misschien ook. Wat waren er de afgelopen zomer weinig vlinders… Die trend is er al jaren, het aantal insecten neemt duidelijk af. Het is niet zo dramatisch dat we moeten vrezen dat volgend jaar de fruitoogst mislukt, dat komt wel goed. Maar laten we ons wel realiseren dat we bijen, hommels en andere insecten gewoon nodig hebben. Ze zorgen voor de bestuiving waardoor we appels, peren, pruimen et cetera kunnen eten en ze zijn onderdeel van het grote geheel dat we in één woord ‘natuur’ noemen.

Dankzij de boer

Natuur. Wist u dat heide – dat mooie paarse augustus-septemberlandschap – eigenlijk niet echt puur natuur is? De velden die in de nazomer zo prachtig paars kleuren hebben we te danken aan de boeren. Dankzij hun eeuwenlange schapenteelt ontstonden er heidevelden; alleen dopheide, struikheide en een enkele jeneverbes waren bestand tegen al die grazende schapen. Qua natuur hebben we veel meer aan de hardwerkende boeren te danken: het weidelandschap met grutto’s, kievieten en tureluurs; de boerenzwaluwen die elk jaar hun jongen grootbrengen onder het dak van boerenschuren; klassieke fruitboomgaarden in het rivierengebied; eikenbosjes die de boeren onderhielden zodat ze altijd bruikbaar hout in de buurt hadden. En nog steeds zijn er veel agrariërs die hun bedrijf zo inrichten, dat ze de omringende natuur beheren of verbeteren. 
Dat zijn de boeren die kiezen voor een ‘natuur-inclusieve’ manier van werken. Ik sprak een boer 
in de Zuid-Hollandse Krimpenerwaard die al enkele jaren bezig is met natuurvriendelijke landbouw en veeteelt. Hij doet dat in een collectief met andere agrariërs.
“Investeren in natuur-inclusief boeren geeft voldoening. Ik ben niet op aarde om hard te werken en dan de boel de boel te laten. Ik wil als ondernemer een gezond bedrijf achterlaten dat overdraagbaar is en de natuur versterkt in plaats van beconcurreert. Steeds meer agrariërs staan er zo in.”

Benieuwd naar het complete mijn achtergrond? U leest het in editie 40 van MAX Magazine. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

  Post & Mail

Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.

Reageren