Formule 1 gaat weer van start

Critici kijken fronsend naar de brullende verspillers van fossiele brandstof maar de fans kunnen niet wachten: komende donderdag start het 74ste Formule 1 seizoen op het circuit van Bahrein met de eerste oefenrondes voor de race van zondag 5 maart. Max Verstappen is dit seizoen de te kloppen man en we hebben met Nyck de Vries een tweede supertalentvolle Nederlander in het veld. Commentator Olav Mol blikt vooruit.

Sinds de entree van Max Verstappen in de Formule 1 in 2015 wordt in Nederland veel meer naar de F1-wedstrijden gekeken. Bij commentator Olav Mol (52) is geen sprake van verzadiging, ook niet na 32 jaar live commentaar. “Nee, joh. Het is zo’n leuke en interessante wereld. Als je kennis van die wereld hebt is het mooi, maar nog beter is om er knowhow van te hebben, om het te proeven. Je weet pas wat er gebeurt in zo’n bolide als je zelf op een racebaan hebt gereden. Er zijn twintig coureurs, maar weinig echt goede die het vak beheersen. Max is er daar één van, hetzelfde geldt voor Fernando Alonso, de onlangs gestopte Sebastian Vettel en Lewis Hamilton. Zij zijn wereldkampioen geweest en kunnen zelf de auto beter maken. Ze hoeven niet via de boordradio te vragen wat ze moeten doen. Misschien is Max nog zelfs iets beter dan die anderen. Als ze in dezelfde auto zouden zitten, denk ik dat Max na drie rondjes het snelste rondje rijdt. Hij is zo ontiegelijk goed.”

‘Benieuwd naar Nyck de Vries’
“Waar ik ook zo benieuwd naar ben is Nyck de Vries. Hij heeft dit jaar een stoeltje in de Alpha Tauri kunnen bemachtigen op basis van zijn rijkwaliteiten. Als hij dit jaar meer punten scoort dan zijn ploeggenoot Yuki Tsunoda, dan heeft hij het goed gedaan. Meer mag je van hem niet verwachten in zijn eerste complete jaar. Ook naar de GP Las Vegas kijk ik uit. Die staat sinds 1982 weer op de agenda. Wie de titel wint dit jaar? Dat durf ik niet te zeggen. Van George Russel bij Mercedes verwacht ik meer. Hij moet het nu laten zien, hetzelfde geldt voor Charles Leclerc bij Ferrari. Lewis Hamilton zou nog een keer willen schitteren om die achtste wereldtitel te pakken, dat zou uniek zijn.”

‘Ik had geen racebaan’
Olav Mol groeide op in Bloemendaal, niet ver van Zandvoort. Veel jongens van zijn leeftijd mochten vroeger kiezen tussen een elektrische trein of een autoracebaan, maar hij kreeg geen van beide. Wel
las hij vaak stripboeken, zo verslond hij ‘Asterix en Obelix’. “Ik ben opgegroeid in de duinen. Struinen in de duinen, dat is wat ik deed. Daar heb ik wat rondgeklooid met vriendjes, zoals slootjespringen en onzindingen zoeken; konijnenschedels en verroeste kogels en handgranaten. Gelukkig wel gebruikte of onklaar gemaakte, maar absoluut spannend voor een jochie. Toen ik wat ouder was ging ik zo’n beetje om het weekend met mijn ouders naar Hoorn om wedstrijden te zeilen. Die andere zaterdag ging ik naar het circuit van Zandvoort om te racen. Later ben ik er instructeur geworden. Zo ben ik in het wereldje gerold. In de jaren tachtig kwam ik te werken bij Bob de Jong van ‘Veronica Sport’. In 1991 mocht ik voor de NOS mijn eerste commentaar bij een Formule 1-wedstrijd geven. Dat was bij de GP van Monaco. Dat was voor mij een droom die uitkwam.”