‘Op straat raak ik in lastige discussies over corona verzeild’
De aangescherpte coronamaatregelen die vorige week werden aangekondigd, houden de gemoederen fl ink bezig. De coronacrisis beheerst ook al een jaar het leven van Ernst Kuipers (62), het boegbeeld van de Nederlandse ziekenhuizen. Hij werkt harder dan ooit. “Hardlopen in de natuur helpt me te ontspannen.”
Ernst Kuipers zal de afgelopen maanden weleens peinzend hebben uitgekeken over het Rotterdamse landschap van grijs-witte woon-en kantoortorens. Zijn werkkamer op de veertiende verdieping van het Erasmus MC biedt fraai zicht op de kosmopolitische hoogbouwstad. COVID-19, ziekenhuisbedden, ic-capaciteit, stijgende besmettingen, de Engelse variant, vaccinaties… ze beheersen sinds vorig jaar maart zowel zijn agenda als zijn gedachten. De telefoon staat roodgloeiend. Vanachter twee beeldschermen op zijn bureau buigt hij zich over coronaproblemen, sombere perspectieven en opbeurende lichtpunten. Naast hem zijn vertrouwde boekenkast, een bronzen ruitertje te paard, een anatomisch model van een maag en lever, een ingelijste groepsfoto van zijn medisch team, gemaakt in een tijd waarin anderhalve meter afstand nog geen noodzaak was.
LANGE DAGEN
Kuipers is hoogleraar maag-, darm -en leverziekten, bestuursvoorzitter van het Erasmus MC en voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg. Sinds maart is hij namens het Landelijk Coördinatiecentrum voor Patiënten Spreiding (LCPS) verantwoordelijk voor het aantal beschikbare ziekenhuisbedden voor coronapatiënten. Op persconferenties en in de media voert hij daarover het woord. Sindsdien kent heel Nederland zijn gezicht. Het staat zorgelijk bij stijgende besmettingscijfers en vollopende ziekenhuizen. Dalende wenkbrauwen die de ernst benadrukken. Bij verbetering een opgelucht lachje, licht in zijn blauwe ogen. “Het afgelopen jaar was veruit het drukste ooit”, vertelt Kuipers. En daaraan komt voorlopig nog geen einde. De dagen zijn lang. Vaak zit hij om zeven uur ’s morgens al achter zijn bureau om tot ver in de avond, als zich buiten het indrukwekkend schouwspel van stadslichtjes ontvouwt, door te gaan.
ZOON VAN PLATTELANDSDOKTER
Vroeger zag hij diezelfde gedrevenheid bij zijn vader. Die spoedde zich als plattelandsarts in het holst van de nacht over donkere polderwegen naar een patiënt. Kuipers, de oudste van vijf zoons, groeide op in Creil, een gehucht in de Noordoostpolder tussen de tulpenvelden. Een kerk, een paar huizen, een bushalte én de dokterspraktijk van zijn vader. “Mijn moeder deed de apotheek aan huis. Zo ging dat vroeger. Mijn vader was dag en nacht in de weer voor zijn patiënten. Ik maakte dat van nabij mee en besloot dat ik nooit aan het vak wilde beginnen. Het leek me heel zwaar: 24 uur per dag werken”, vertelt Kuipers. Aanvankelijk begon hij dan ook aan een studie scheikunde in Groningen. Die bood goede toekomstperspectieven en een regelmatiger bestaan. Maar de liefde waarmee zijn vader zich voor zijn patiënten uitsloofde, bleek toch iets bij de jonge Kuipers teweeg te hebben gebracht. “De dynamiek van het vak en het contact met mensen trokken me aan. Ik stopte met scheikunde en ben toch geneeskunde gaan studeren. Dat wilde ik wel op een andere manier doen dan mijn vader. Niet in een plattelandspraktijk, maar in een ziekenhuis.”
BAND OPBOUWEN MET PATIËNTEN
Kuipers werd internist en specialiseerde zich tot maag-darm-leverarts. “Een interessante richting, omdat je met veel verschillende aandoeningen te maken hebt. Bovendien was het destijds een vak dat sterk in ontwikkeling was. Nieuwe medicijnen, de komst van een nieuwe onderzoekstechniek als de endoscopie. Ook de combinatie van acute en langdurige zorg vind ik mooi. Patiënten met een chronische aandoening als de ziekte van Crohn komen jarenlang in de praktijk. Daar bouw je een band mee op.” Kuipers maakte zich daarnaast sterk voor de introductie van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker in 2014. “Daar overlijden jaarlijks 5.000 mensen aan, terwijl deze vorm van kanker heel goed te behandelen is, mits hij snel opgespoord wordt. Met bevolkingsonderzoek kun je op tijd ingrijpen. Het is succesvol. Driekwart van de Nederlanders doet mee. Hiermee besparen we levens en kosten.” Totdat het coronavirus Nederland bereikte, was Kuipers als bestuursvoorzitter van het Erasmus MC druk met een aantal grote projecten, zoals de samenwerking tussen de TU Delft en het Erasmus MC op het gebied van medische technologie. “Daar werk ik ook tijdens de pandemie gewoon aan door, maar duidelijk is dat COVID nog altijd veel van mijn aandacht vraagt.”
ALLEEN DE WEEKENDEN THUIS
Elke vrijdagavond rijdt Kuipers terug naar de Veluwe, om daar het weekend door te brengen met zijn vrouw Heleen, die werkzaam is als klinisch patholoog. “Eenmaal thuis ga ik graag een stuk wandelen met de hond of hardlopen in de natuur. Het helpt me te ontspannen. Soms komt één van de jongens langs. Ik heb vier zoons, die niet meer thuis wonen. Verder doe ik de alledaagse dingen, al zijn er ook in de weekenden vaak nog telefoontjes of zaken die ik moet regelen.” Slapeloze nachten heeft hij nooit van de coronacrisis gehad. Kuipers, de kalmte zelve, lijkt de mogelijkheid niet eens in overweging te nemen. Een lachje: “Nee, slapeloze nachten; dát zou niet goed zijn. Het is wel heel spannend geweest in maart en april. De besmettingen stegen zó hard. Dankzij de lockdown is het maar net goed gegaan. In de zomer verdubbelde het aantal besmettingen alweer, waardoor we nu opnieuw bezig zijn met het verspreiden van patiënten. Wachten helpt niet, hebben we geleerd. We zijn daarom heel alert op de Engelse variant. Het risicogericht grootschalig testen, zoals in Lansingerland, is daar onderdeel van.”
‘ECHT GEEN FLAUWEKUL’
Steeds weer probeert Kuipers anderen ervan te overtuigen hoe belangrijk het is de coronamaatregelen in acht te nemen en zich te laten vaccineren zo gauw dat mogelijk is. “Regelmatig voer ik discussies met mensen die denken dat COVID maar fl auwekul is. Ze hebben het idee dat er alleen mensen van tachtig jaar en ouder of patiënten met ernstige onderliggende problemen met corona in het ziekenhuis liggen. Dat is absoluut niet zo. Slechts een fractie van de patiënten is ouder dan tachtig jaar.” Van verpleegkundigen en artsen op de intensive care hoort hij van nabij wat zij meemaken, hoe het is om voor COVID-patiënten te zorgen. “Dat zijn aangrijpende verhalen. Het ziektebeeld is ernstig. Het beeld van dat het wel meevalt, probeer ik daarom weg te nemen.” Bijvoorbeeld als hij op straat loopt en mensen zijn kale hoofd herkennen. “Ze spreken me aan. Meestal positief. Dan roepen ze ‘Complimenten voor de zorg!’ of ‘Goed werk, hoor!’ Soms is het negatief. Ik krijg commentaar op de coronamaatregelen of op de lockdown die ze niet zien zitten. Dan raak je verzeild in lastige discussies.”’ Hij moet tegenwoordig een petje dragen om rustig een tiental kilometer te kunnen hardlopen. ‘Bekende Nederlander’ is een term die de nuchtere Kuipers niet direct past. Eerder ontlokt die hem wat gegrinnik. “De bekendheid is iets wat erbij komt. Het gaat er natuurlijk om dat we vanuit het zorgsysteem een stem willen laten horen, verslag doen van waar we mee bezig zijn, vertellen hoe het met de spreiding van de bedden gaat.”
‘ER IS WEER HOOP’
Hoewel er grote zorgen zijn over de Engelse coronavariant en de lockdown voorlopig voortduurt, gloort er met de komst van de vaccins hoop. Ook bij Kuipers: “Vaccinatie is een goede manier om iets tegen de pandemie te doen. Het voorkomt verdere verspreiding. In april en mei zullen we dankzij de vaccins al een afname gaan zien. Ik verwacht dat dit najaar iedereen gevaccineerd is. Hoe snel we kunnen versoepelen, hangt af van het tempo waarin de vaccins beschikbaar zijn en de bereidheid om mee te doen. 95 procent van de zorgmedewerkers wil zich laten vaccineren. Dit zijn de mensen die al een jaar lang ervaren wat voor ziektebeeld bij corona hoort. Zij weten hoe belangrijk inenten is. Laat dat een voorbeeld zijn voor de Nederlandse burgers. De vaccins zijn zorgvuldig getest en beoordeeld. Er is geen reden om het niet te doen. Ik spoor iedereen aan zich te laten vaccineren.”
VOORZICHTIG BLIJVEN
Of we de ingebakken coronamaatregelen ooit helemaal zullen loslaten, betwijfelt Kuipers. “De vaccins werken niet voor honderd procent, dus we zullen in ieder geval voorlopig nog afstand moeten houden en mondkapjes moeten dragen. Gewoontes als geen handen schudden en vaak desinfecteren werken hoe dan ook goed tegen infectieziekten. Nu al merken mensen die eerder elke winter een keer verkouden waren dat ze dat nu niet meer zijn. De regels hebben dus ook een voordeel.” Hoewel er nog veel werk aan de winkel is, kijkt Kuipers uit naar de dag dat corona volledig uit beeld verdwenen is. Hij vat dat in één woord samen: “Heerlijk!”
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren