José Brouwers (66) begon op haar zeventiende met een vakantiebaantje in de enige souvenirwinkel van de Efteling. Wat een tijdelijke klus leek, werd een levenslange loopbaan. Inmiddels werkt ze al bijna vijftig jaar in de Efteling en is ze niet meer weg te denken uit het park.
Het Sprookjesbos, ontworpen door Anton Pieck, met Holle Bolle Gijs, Langnek, de Stoomcarrousel, de Fata Morgana en de Indische Waterlelies. Wie als kind in de Efteling is geweest, kent ze allemaal. Voor José Brouwers is de Efteling al bijna een halve eeuw haar werkplek. “Ik was net zeventien toen ik begon met een vakantiebaantje in de souvenirwinkel, de enige die er toen nog was in de Efteling. We verkochten stickers, posters en fotorolletjes. Het plan was om het een paar maanden te doen, maar ik vond het zó leuk dat ik nooit meer ben weggegaan.”
Eerste achtbaan
José zag de Efteling van nabij veranderen. Ze was erbij toen het Spookslot gebouwd werd en in 1978 opende, en toen de Python – de eerste achtbaan van het park – zijn intrede deed. “Twintig jaar werkte ik in een horecagelegenheid van de Efteling. Dat was zwaar werk, maar als je een leuk team hebt, maakt dat niet uit. Toch dacht ik op een gegeven moment: als ik tot mijn pensioen zo doorga, hou ik geen lijf meer over. Toen ben ik overgestapt naar de snoepwinkel, vlak bij de Python.”
Eftelingfamilie
“Het was in die tijd één grote Eftelingfamilie”, herinnert José zich. “Iedereen kende elkaar, en we waren ontzettend trots op ‘onze’ Efteling. Nu is het park groter en massaler geworden, maar het contact met collega’s is nog steeds leuk en vertrouwd. Ik werk veel met jongeren. Laatst had een meisje een sticker op mijn kastdeur geplakt met: ‘Lieve José, jij bent de oma die ik nooit heb gehad.’ Een mooier compliment kun je toch niet krijgen?”
Benieuwd naar het hele artikel? Dat leest u in MAX Magazine 23. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.
Tekst: Marloes de Moor, Foto’s: Archief, de Efteling