Peiling Oogfonds: het verlies van zicht erger dan andere zintuigen

“De gezichten van onze kinderen, kleinkinderen en familie. Zonlicht in de kruinen van bomen. Televisie, boeken, kunst, schoonheid en kleuren.” Vrijwel alle Nederlanders (97%) zouden het “heel erg” vinden om al deze indrukken van het leven te moeten missen. Zij spreken zich uit in een recente enquête van het Oogfonds.

‘Gezonde ogen niet vanzelfsprekend’

Door verlies van zicht zou men zelfstandigheid verliezen, de natuur moeten missen en ook hobby’s niet meer kunnen uitvoeren. Zien blijkt voor iedereen – dus ook voor Nederlanders – verreweg het belangrijkste zintuig. Velen vinden “gezonde ogen niet vanzelfsprekend”. Ruim de helft (55%) van de Nederlanders van 41-65 jaar denkt vaker na over de gezondheid van hun ogen dan jongere Nederlanders. Meer vrouwen en bril- of lensdragers maken zich zorgen over hun ooggezondheid.

Oogfonds schrikt van cijfers

Ruim 2 miljoen Nederlanders (14% van de vol­wassenen) melden dat zij voor een oogaandoening onder behandeling of controle zijn bij een oogarts. Een schrikbarend aantal, vindt het Oogfonds: “Veel hoger dan verwacht.” 7 procent van de geënquêteerden leeft met een visuele beperking. Een vijfde ervaart daarvan grote invloed op het dagelijks functioneren.

Zie, hoor, ruik, voel…

Het verlies van zicht zou erger zijn dan het verlies van andere zintuigen zoals horen, ruiken, voelen. Dat geeft driekwart van de Nederlanders van 18 jaar en ouder (75%) aan in de enquête van het Oogfonds. Het gehoor vindt 11 procent het belangrijkste zintuig. Het verliezen van het vermogen om te voelen lijkt 6 procent van de Nederlanders het meest erg. Het missen van proeven of ruiken komt daarna pas.

Redactie: René Steenhorst