‘Geef elkaar de ruimte om te rouwen
Monique Nelen-Oomkens (1958) uit Amsterdam verloor in 2019 drie dierbaren in korte tijd achter elkaar en belandde tussendoor zelf in het ziekenhuis met een hartinfarct. Vastberaden probeerde ze de draad van het leven weer op te pakken, maar dat bleek ingewikkelder dan gedacht.
Monique vertrouwde haar gedachten aan het papier toe en zo ontstond het boek ‘Sterren hebben geen thuis, die stralen overal ter wereld’; een verzameling gedichten en gedachten die balanceren tussen gemis, humor, verdriet, onmacht en boosheid.
Wat is de boodschap van je boek?
“We begrijpen het allemaal als iemand treurt om het verlies van een dierbare, maar de tendens is wél dat het niet te veel mag zijn of te lang mag duren. Want ‘het leven moet gevierd worden en de dag geplukt’. Dat is goed bedoeld, maar daarmee ontnemen we iemand de ruimte om te rouwen op z’n eigen manier en in z’n eigen tempo. Mijn moeder overleed op mijn 23ste – een leeftijd waarop ik zelf net druk was met het moederschap. Pas met het schrijven van dit boek, 42 jaar later, was er ruimte en kwamen de emoties eruit.”
In hoeverre schreef je het boek voor jezelf?
“De dood hoort bij het leven, maar toen ik in zo’n korte tijd mijn schoonmoeder, beste vriendin en ex-man verloor, was ik wel een beetje in de war. Hoe moest ik met dit verlies omgaan? En om wie rouwde ik het meest? Het hielp me door erover te praten, maar ik voelde dat het er ook op een andere manier uit moest. Door over ze te schrijven kwamen ze allemaal weer even tot leven en kon ik ze bedanken voor alles wat ze me in dit leven hebben gegeven. Dat gaf rust en troost. Iets wat ik anderen ook zo ontzettend gun. Vandaar dat ik het boek heb uitgebracht.”
Wat heeft uiteindelijk het meest geholpen in je rouwverwerking?
“Ik heb fijne mensen om me heen, die me zowel konden laten in mijn verdriet als het met me konden delen. En toch deed het me goed om daarnaast met een vrijwilliger van stichting Humanitas te gaan praten. Juist doordat ik die persoon niet kende, kon ik eindeloos van me afpraten en voluit huilen, rauwer rouwen zeg maar. Om die reden ben ik nu zelf ook bij hen vrijwilliger geworden. Dat geeft ontzettend veel voldoening.”
Hoe gaat het nu met jou, twee jaar na dato?
“Goed! Het gemis blijft, maar de scherpe randen van het verdriet zijn eraf en de vraag om wié ik het meest rouw is niet langer relevant. Als ik moet huilen dan huil ik zonder het verder te willen labelen. En intussen blijf ik hun namen hardop
noemen en herinneringen aan ze ophalen. Want dood ben je pas echt wanneer je bent vergeten.”
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren