Postbode Arie redde vluchtelingen op zee

Arie Huisveld (74) is zeeman in hart en nieren. Hij voer op koopvaardijschepen en als stuurman van een reddingschip voor bootvluchtelingen. Totdat zes jaar geleden zijn been geamputeerd werd en het voorbij was met de wilde vaart. Arie kreeg een prothese, revalideerde en werkt nu als postbode en krantenbezorger in de wijk Sterrenburg in Dordrecht. Iedereen kent hem daar inmiddels.
Als ze me bellen, ben ik er vandaag nog”, zegt Arie Huisveld. Als stuurman bedoelt hij. Hij mist de zee. Maar hij mist sinds zes jaar ook een been. En hoewel kapiteins met haken en piraten met houten benen in vroeger tijden geen unicum waren, willen ze hem niet meer. Te gevaarlijk. De steile, ijzeren trappetjes alleen al. Maar beter niet doen, Arie.
De zee riep hem weer
Arie begon op zijn veertiende te werken in een machinefabriek en ging twee jaar later varen op een koopvaardijschip. Eerst als matroos, later als stuurman. Op de Norfolkline van Scheveningen naar Felixstowe en Killingholme, met koeien en stieren aan boord. Twintig jaar op de ‘Aerandir’ en later op de ‘Jan van Gent’. Arie is al met pensioen en zit krap een jaar thuis als de zee hem toch weer lijkt te roepen. Hij reageert op een advertentie voor stuurman op een standby-schip bij boorplatforms. “Dat werd het uiteindelijk niet. De schipper vroeg me of ik er ook voor voelde om bootvluchtelingen te gaan redden op de Middellandse Zee. Dat leek me mooi; iets heel nieuws. Maar ik had niet verwacht dat het zo heftig zou worden.”
‘Ik zag vreselijke dingen’
Arie vaart eerst voor de Nederlandse Stichting Bootvluchteling en de laatste wintermaanden voor de Spaanse organisatie Proactiva Open Arms. Aan boord zijn twaalf vrijwilligers, onder wie verpleegkundigen en artsen, en een voorraad eten, drinken, kleding en medicijnen. “We voeren vanaf Malta naar de Libische kust, op zoek naar bootvluchtelingen. Je leest daarover in het nieuws, maar als je het van dichtbij meemaakt is het heel wat anders. Het maakte veel indruk op me. Die mensen hebben het zo slecht. Ik zag vreselijke dingen: lijken in gammele rubberbootjes, baby’s in plastic kratjes als wiegje, mensen met ernstige brandwonden, omdat ze met benzine op hun huid in de brandende zon hadden gezeten. We hebben een vrouw gered die nog maar net bevallen was van een baby. De navelstreng zat er nog aan. Vooral de beroerde situatie van de kinderen raakte me erg”, vertelt Arie. ‘Dat wondje werd me fataal’ Hij doet het reddingswerk twee jaar; een maand op zee en een maand verlof. “Maar soms ging ik ook eerder terug als ze me nodig hadden.” Hij had het graag willen blijven doen, maar moet in 2017 noodgedwongen stoppen. “Door suikerziekte moest mijn voet worden geamputeerd. Een wondje aan mijn teen werd me fataal”, vertelt Arie. Na lang revalideren loopt hij nu met een prothese, voorzien van het logo van Feyenoord, zijn cluppie.
‘Stilzitten? Niks voor mij’
Stilzitten is niks voor hem en geraniums heeft hij ook al niet, dus hij solliciteert als postbode en krantenbezorger. “Ik heb mijn hele leven gewerkt en blijf dat doen totdat ik in mijn kissie lig. Mijn vrouw is 62 en werkt nog, dus dan zou ik de hele dag in mijn uppie thuiszitten. Daar had ik geen zin in.” ’s Morgens om halfvier gaat hij er met zijn scootmobiel op uit om de kranten in de Dordrechtse wijk Sterrenburg te bezorgen. Om tien uur brengt hij de post rond. “Door weer en wind. Alleen bij ijzel en sneeuw ga ik niet. Ik ben al eens onderuitgegaan en kon toen bijna niet overeind komen. Als het weer gebeurt, lig ik daar heel alleen in de vroege morgen.” Drie uur ’s nachts opstaan deert hem niet; hij is het gewend als zeeman. Hondenwacht, weet je wel. Tijd voor een praatje “Ze twijfelden eerst bij PostNL, maar nu zeggen ze: ‘Keurig werk; hadden we er nog maar tien als jij!’ Ik bezorg vaak sneller dan iemand die loopt. Full speed in mijn scootmobiel. De bovenwoningen laat ik door een kennis doen, want de trappen op gaat wel een stuk langzamer. Laatst moest ik huis aan huis alle stembiljetten bezorgen. Dat is wat vermoeiender, omdat ik dan alle tuinpaden in loop. Maar ach, het houdt me bezig.” Vrijwel iedereen in de buurt kent Arie inmiddels, want hij heeft altijd even tijd voor een praatje. Is hij er niet, zoals laatst toen hij een paar dagen in het ziekenhuis lag, dan zijn ze bezorgd. “Ze stuurden me zelfs een bloemetje! ‘We hebben je zo gemist, Arie!’, zeggen ze dan. Ik kreeg ook eens beschuit met muisjes. De baby die toen geboren is, is nu een ventje van drie jaar. Hij is gek op me en groet me altijd enthousiast. Al die contacten vind ik
erg leuk.”
‘Ik ga zó terug!’
Arie is blij met zijn nieuwe werk, maar mist de zee ook. Soms gaat hij schepen kijken bij de Rotterdamse Parkkade. Op de app VesselFinder houdt hij in de gaten waar ze zijn, vooral de schepen waar hij zelf op voer. Regelmatig belt hij de Poolse kapitein met wie hij vaak samenwerkte. Gewoon om te vragen hoe het op zee is. Want nogmaals: “Als ze me bellen, ga ik liefst vandaag nog terug. Gaat best met dat been.”
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren