DIRK HEEFT ZIJN VEERPONT TE KOOP GEZET

Het recht om met een ‘Vheer tussen over den Yssel met Huis’ tussen het Gelderse Brummen en de ‘Heerlijkheid Bronkhorst’ te varen, dateert al van eeuwen her. Kleurrijke namen als Zeno Diederik Walraad en Frederik Albert van Limburg Stirum staan als toenmalige rechthebbenden in de historie van de veerpont geschreven. Daarna volgt een lange reeks pontbazen, met als laatste drie generaties Wijers. Dirk (70) is daarvan de jongste, maar stopt er binnenkort mee.
Dirks twee dochters voelen er niets voor en zijn knieën laten hem, door het continue staan en het op- en afstappen vanuit de stuurhut, steeds meer in de steek. Niet zo vreemd, want een grove telling leert dat binnenkort de miljoenste oversteek kan worden gemaakt. Kán, want op de ruit van de stuurhut hangt een bordje dat de pont te koop is. Maar de animo is gering. Dirk: “Als de verkoop niet lukt, is het over en uit met de veerdienst.” Hij legt uit dat het beetje subsidie dat voor veerponten beschikbaar is je alleen maar met meer formaliteiten en eisen opzadelt, dus heeft hij er lang geleden voor gekozen om eigen baas te blijven zodat hij het vaarrecht zelf mag invullen.
BIJ WEER EN WIND
Het zijn voornamelijk toeristen die hij tussen het kleine, pittoreske stadje Bronkhorst en Brummen overzet. Dirk: “Dat is in het zomerseizoen misschien aantrekkelijk, maar bij weer en wind moet je ook varen. Alleen toen de IJssel een keer was dichtgevroren en tijdens de coronaperiode heb ik even niet gevaren. Maar mij hoor je niet klagen; je kun er echt wel een boterham mee verdienen.” De pont, inclusief de authentieke papieren vaarrechten uit 1808, is dus te koop.
‘GOED ZEEMANSCHAP’
Maar als er geen koper komt, dan zullen de fi etsers en wandelaars voortaan een ommetje van twintig kilometer moeten maken om de overkant van de IJssel te bereiken. Heel wrang, want de overtocht is maar kort en zelfs zwemmend te doen. Dirk: “Ik heb meerdere malen passagiers gehad die hun fi ets, rugzak of zelfs hond op de pont achterlieten en zelf naar de overkant zwommen.” Hij benadrukt wel dat hij altijd wel even met ze meekeek, want de IJssel oogt dan wel heel pittoresk, maar de sterke stroming moet je toch echt goed inschatten. “Ook bij het overvaren, dat moet je goed aanvoelen. Want ook op de IJssel geldt de wet van het ‘goed zeemanschap’. De vrachtschepen kiezen de route waarbij ze de vaargeul en de gunstigste stroom mee hebben en dat is niet altijd de lijn die je als leek vanaf de kant ziet. Ik weet dat wel, maar de kano die daar vaart”, hij wijst stroomopwaarts, “heeft geen idee hoe snel een groot binnenvaartschip bij hem kan zijn.”
IN DE PRAKTIJK LEREN
Dirk vaart inmiddels zo’n vijftig jaar op de pont en heeft de IJssel vanaf zijn puberteit leren kennen. De pont zit vast aan een dwarskabel van 149 meter. Er is door de sterke stroming in de rivier eigenlijk maar weinig aandrijfkracht nodig om de pont in beweging te krijgen. Eenmaal los van de wal trekt de stroming de pont als het ware naar de overkant. “Dat noemen we ‘gieren’. Dat leer je alleen maar in de praktijk. Vooral stroomafwaarts hebben de boten een behoorlijk vaart. Ik heb een keer iemand in dienst gehad die dat wel dacht te kunnen, want ‘hij had immers een klein vaarbewijs’. Het resultaat was dat de schroef beschadigde en we een week stil hebben gelegen voor reparatie.”
TAL VAN VERHALEN
Ons gesprek vindt plaats in alle vroegte, want in de loop van de ochtend verschijnen op beide oevers wandelaars en fi etsers die de oversteek willen maken. En dan heeft Dirk amper tijd om nog meer anekdotes te vertellen. “Maar dit is wel een leuke”, zegt hij tussen alle bedrijvigheid door: “Ik zag opeens aan de overkant een naakte man staan, die met één arm – die andere hield hij voor zijn jeweetwel – naar me zwaaide en riep dat hij ‘Herzschmerzen’ had. Er bleken verderop twee Duitse stelletjes langs de waterkant te hebben gezeten, waarvan er één even wilde zwemmen, maar door de stroming was meegenomen. Met pijn in de borst was hij aan de overkant uit het water geklommen. Ik heb de rest van het gezelschap toen maar snel naar de overkant gevaren. En, oh ja, ik heb ook twee keer vastgezeten op auto’s die ’s nachts in het water waren geduwd. Eén van die keren zat ik met de schroef vast in een BMW 7, waarvan alleen de antenne nog boven het water uitstak. Die bleek door kermisgangers in Brummen te zijn gestolen. Duikers hebben, voordat-ie het water uit werd gehesen, wel eerst even gekeken of er niet nog iemand in zat.” Veel leuker vindt hij het gebruik van zijn pont als locatie voor bruidsfoto’s. Dat gebeurt regelmatig, als het gezelschap op weg is naar de trouwlocatie in Bronkhorst.
EEN VRIJ LEVEN
Als een fi etspassagier ons gesprek onderbreekt en vraagt “hoe laat we gaan varen”, wijst Dirk naar een aantal binnenschepen dat met grote snelheid op ons afstevent. Alsof er voor Dirks pont een dienstregeling zou bestaan. Met een: “Kijk, dat begrijpen de mensen dus niet altijd; laten ze toch lekker genieten”, illustreert hij het vrije leven in de natuur zoals hij dat dagelijks beleeft. Maar hoe lang nog?
Deel dit artikel
Post & Mail
Wilt u reageren op de inhoud van MAX Magazine, een tv- of radioprogramma? Stuur dan een bericht naar MAX Magazine. De redactie maakt elke week een selectie en kort soms berichten in.
Reageren