Het vuur van de Reus van Utrecht

Bij het judo won Anton Geesink tijdens de 18de Olympische Zomerspelen in Tokio de gouden medaille in de open klasse. Op de foto Geesink in de finale tegen de Japanner Akio Kaminaga. De Japanners keken enorm tegen de lange Geesink op.

De organisatoren van de eerste Olympische Spelen in 776 voor Christus hadden nooit kunnen bevroeden dat er vandaag de dag, 2.797 jaar later, meer dan vijf miljard mensen naar deze titanenstrijd der atleten zouden kijken. Bij die eerste Spelen streden mannen, geheel naakt, tegen elkaar op slechts op één onderdeel, namelijk 600 voet (192 meter) hardlopen in het stadion van Olympia. Er was nog geen camera te zien. Maar al vanaf de eerste dag dat er bewegend beeld was, werd er verslag gedaan van dit unieke sportevenement. De eerste keer dat de Olympische Spelen bij ons op tv te zien waren, was in het ‘NTS journaal’ van 1955. De Zomerspelen vonden een jaar later plaats in Melbourne, Australië. Maar de Nederlandse sporters waren er niet bij. Vanwege de inval in Hongarije door de toenmalige Sovjet-Unie besloot onze regering op het allerlaatste moment niet deel te nemen. Vanuit het vliegtuig terug naar Nederland zagen de teleurgestelde sporters de openingsceremonie beginnen. In de zomer van 1960 kregen de spelen in Rome alle kijkbuisruimte. Minimaal twee uitzendingen per dag. De Spelen van Tokio in 1964 leken dankzij het voortschrijden der techniek in de huiskamer plaats te vinden. Die Zomerspelen vonden pas in oktober plaats. Terwijl bij ons de kachel al behaaglijk stond te brommen, kwam het echte olympische vuur van Anton Geesink. Voor het eerst stond judo op de lijst van olympische sporten. Daar hadden de Japanners op aangedrongen vanwege hun vermeende superioriteit in die sport. Vermeend, want de reus uit Utrecht velde in de belangrijkste finale hun favoriet Aiko Kaminaga. Niet alleen goud kreeg hij, maar ook de Japanse eretitel van ‘onbekende klasse in de Orde van de Heilige Schatten’. Overigens, Ada Kok sloeg dat jaar haar zwemslag met zilver en de fietsploeg trapte zich naar goud. In totaal hebben we 415 medailles in die 2.797 jaar vergaard. Laten we hopen dat er weer een Nederlandse reus in Tokio opstaat. Dan krikken we ons gemiddelde van 0,15 olympische medaille per jaar weer wat op. Hoewel meedoen belangrijker is dan winnen.

Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid, over historische én actuele gebeurtenissen in ons medialandschap.