‘Van het ene op het andere moment ben je hartpatiënt’

Na een leven lang als een olifant door de porseleinkast te zijn gebanjerd, zoals ze het zelf noemt, moest Ada Kok in 2020 pas op de plaats maken. Ze telde haar zegeningen toen ze tijdens de jaarwisseling met een klein glaasje champagne in de hand kon toosten op het nieuwe jaar. “Want voor hetzelfde geld had ik daar niet gestaan.”

Het is zomaar een zondagochtend in februari 2020 als de oud-zwemster (73) zich plotseling niet lekker voelt. Ze is misselijk en wordt overvallen door een onbestemd gevoel. Iets in haar zegt dat ze ogenblikkelijk naar het ziekenhuis moet, omdat het helemaal mis is. Eenmaal daar aangekomen krijgt ze eerst maagtabletten voorgeschreven. Tot haar grote geluk vertrouwt een in allerijl opgeroepen ervaren arts de situatie niet. Hij laat een hartfi lmpje maken en heeft schokkend nieuws. “Mevrouw Kok, u zit midden in een hartinfarct!”

‘JE DENKT DAT JE 18 BLIJFT’
Een paar uur later wordt ze gedotterd, waarna de medici rigoureus de handrem aantrekken. “Van het ene op het andere moment ben je hartpatiënt. Dat geloof je toch niet?” Ze wordt keihard met haar neus op de feiten gedrukt. “Je denkt dat je achttien bent en dat ook je hele leven blijft, maar dat blijkt dus niet het geval. In de sportschool ging ik vroeger altijd door de grens. Die topsportmentaliteit werkte tijdens de revalidatie ineens tegen me, want ik moest rustig aan doen om de boel op te bouwen. Zwierend en zwaaiend het café uit rollen is er ook al niet meer bij. Ik moet tienduizend tandjes terugschakelen. En dat is best wel even wennen.”

FURORE IN TOKIO
Optimistisch als ze is, kijkt Ada Kok naar de dingen die ze nog wel kan. Zo verheugt ze zich nu al op de Olympische Spelen in Tokio. In 1964 groeide ze in die stad uit van goedlachse dochter van een Amsterdamse melkboer tot één van ’s werelds grootste zwemsters door twee zilveren medailles uit het water te vissen. Het bleek de opmaat voor haar gouden plak op de 200 vlinder, vier jaar later in Mexico Stad. ‘Die topsportmentaliteit werkte ineens tegen me’

UITKIJKEN NAAR DE SPELEN
Natúúrlijk hoopt ze dat de oudgedienden Ranomi Kromowidjojo en Femke Heemskerk haar prestatie van 57 jaar geleden minimaal evenaren. Maar ze is vooral benieuwd wat nieuwkomers als rugslagzwemster Kira Toussaint en schoolslagspecialist Arno Kamminga presteren. “Op de Spelen winnen lang niet altijd de grote favorieten”, weet Ada Kok uit eigen ervaring. “Je hoort het na een olympische fi nale altijd wel een paar keer: Wat!? Wie!? Waar komt die ineens vandaan!? Doordat in Tokio waarschijnlijk voor lege tribunes wordt gezwommen, telt ervaring minder dan normaal. Dat spreekt in het voordeel van Toussaint en Kamminga. Al zal het zeker niet eenvoudig worden. De prestatie van je leven leveren in sfeerloos zwemstadion, ik geef het je te doen.”